Bevestiging vaste jurisprudentie terzake ingangsdatum (gewijzigde) onderhoudsverplichting
HR 6 februari 2015 , ECLI:NL:HR:2015:232
De Hoge Raad bevestigt de door hem reeds eerder geformuleerde regels met betrekking tot de door de feitenrechter te bepalen ingangsdatum van een (gewijzigde) onderhoudsverplichting, een en ander onder verwijzing naar zijn recente uitspraak van 25 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:1001. Lees meer…
Bestuurdersaansprakelijkheid: rechter moet persoonlijk ernstig verwijt vaststellen
HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:246
Als een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast voor aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Lees meer…
Hoge Raad gaat om: faillissement van vof impliceert niet tevens faillissement van de vennoten
HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:251 (Eiser/Bepro B.V.)
Het faillissement van een vof heeft niet steeds en noodzakelijkerwijs het faillissement van de vennoten tot gevolg. Vennoten (natuurlijke personen) die een verzoek hebben ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling dienen dus niet zonder meer failliet verklaard te worden indien het faillissement van de vof wordt uitgesproken. Lees meer…
Misbruik van bevoegdheid curator tot opeising van onderpand (art. 58 Fw)
HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:228 (mr. Welage q.q./Rabobank)
De uitoefening door de curator van een voor hem uit art. 58 lid 1 Fw voortvloeiende bevoegdheid kan in de omstandigheden van het geval misbruik van bevoegdheid in de zin van art. 3:13 BW behelzen. Van een zodanig misbruik kan onder meer sprake zijn indien de curator, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen de betrokken belangen, naar redelijkheid niet tot die uitoefening heeft kunnen komen. Lees meer…
Kosten deskundige bijstand in administratieve fase onteigeningsgeding kunnen voor vergoeding in aanmerking komen
HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:250 (Onteigende/Gemeente Weert)
De kosten van deskundige bijstand in de administratieve fase van het onteigeningsgeding kunnen op grond van art. 50 lid 4 Onteigeningswet voor vergoeding in aanmerking komen. De dubbele redelijkheidstoets moet daarbij worden toegepast. Wederbeleggingskosten komen voor vergoeding in aanmerking als het redelijke belang van de onteigende, gelet op de beleggingsvooruitzichten en op diens persoonlijke omstandigheden, herbelegging in onroerende zaken (in dit geval: landbouwgrond) vorderde. Lees meer…
Misleidende uitingen over winkansen door de Staatsloterij
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:178 (Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij/Stichting Loterijverlies.nl)
(1) Voor misleiding (art. 6:194 BW (oud)) is noodzakelijk en voldoende dat de onjuiste of onvolledige informatie de maatman misleidt of kan misleiden en door haar misleidende karakter zijn economische gedrag kan beïnvloeden. Het hof heeft op toereikende gronden geoordeeld dat het verschil tussen gepresenteerde winkansen en de werkelijke winkansen van voldoende materieel belang was om de beslissing van de gemiddelde consument te beïnvloeden. (2) Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat het minimumuitkeringspercentage van art. 8 lid 2 Wet op de Kansspelen niet ziet op iedere trekking afzonderlijk, maar ziet op een gemiddeld uitkeringspercentage over een langere periode (van een jaar). Lees meer…
Herroeping ontbindingsbesluit BV mogelijk
HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3677 (Rodenstaal c.s./Rifgat c.s.)
De algemene vergadering van aandeelhouders van een besloten vennootschap kan een eerder door haar genomen besluit tot ontbinding van die vennootschap onder voorwaarden herroepen. Herroeping is in geen geval toelaatbaar indien zij niet is omgeven met de nodige waarborgen voor de bescherming van de rechten en belangen van derden. Bovendien mag geen afbreuk worden gedaan aan de rechtszekerheid. Lees meer…
Bekrachtiging van de rechtshandeling van erkenning
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:179 en ECLI:NL:HR:2015:186
Art. 3:58 lid 1 BWC (dat gelijkluidend is aan art. 3:58 lid 1 BW) kan overeenkomstig worden toegepast op de erkenning van kinderen, nu de aard van die rechtshandeling en de aard van de rechtsbetrekking tussen de man die het kind erkent, en het kind zich daartegen in beginsel niet verzetten. Dit is anders in de gevallen waarin bekrachtiging van een nietige erkenning in strijd zou komen met het belang van het kind. Lees meer…
Toestemming echtgenoot vereist bij verlenging aandelenlease
HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:41 (Eiser/Dexia Nederland B.V.)
Voor overeenkomsten waarbij de looptijd wordt verlengd van eerder gesloten aandelenleaseovereenkomsten die als huurkoop moet worden gekwalificeerd, is toestemming van de andere echtgenoot vereist, evenzeer als voor de oorspronkelijke overeenkomsten. Lees meer…
Vrijwaringsplicht art. 7:15 BW ziet niet op publiekrechtelijke lasten/beperkingen van algemene strekking
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:159 (Portsight/Verweerster)
Van een “bijzondere” publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 lid 1 BW is slechts sprake, indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit. De uit de Beleidsregels grote rivieren voortvloeiende lasten en beperkingen kunnen daarom niet worden aangemerkt als “bijzonder” in de zin van art. 7:15 BW. Lees meer…