Selecteer een pagina
Uitoefening van bestuursdwang vereist eerst een schriftelijke aanzegging

Uitoefening van bestuursdwang vereist eerst een schriftelijke aanzegging

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1984

Bestuursdwang dient te worden voorafgegaan door een schriftelijke aanzegging van bestuursdwang of last tot bestuursdwang. Een fictieve weigering van bezwaarschrift komt geen formele rechtskracht toe, maar dat betekent niet dat het besluit waartegen het bezwaar zich richtte, ter toetsing aan de burgerlijke rechter kan worden voorgelegd. Lees meer…

Bevoegdheid tot kennisneming van verlof tot erkenning en tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis

Bevoegdheid tot kennisneming van verlof tot erkenning en tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis

HR 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1990

De Wet modernisering arbitragerecht is ook van toepassing op buitenlandse arbitrages. Op (buitenlandse) arbitrages die op of na 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het nieuwe arbitragerecht van toepassing en dan is het hof bevoegd om kennis te nemen van een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. Op arbitrages die vóór 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het oude arbitragerecht van toepassing en dan is de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een dergelijk verzoek. Lees meer…

Wanneer kan een melding van betalingsonmacht (art. 23 Wet Bpf 2000) achterwege blijven?

Wanneer kan een melding van betalingsonmacht (art. 23 Wet Bpf 2000) achterwege blijven?

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1976

Het strookt met de strekking van de melding van betalingsonmacht als bedoeld in art. 23 Wet Bpf 2000 om aan te nemen dat een zodanige melding achterwege kan blijven als het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en deze wetenschap dusdanig is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis daarvan in staat is zich een redelijk oordeel te vormen over de oorzaken van de betalingsonmacht en zich te beraden op de opstelling die het ten aanzien van de rechtspersoon zal innemen. Lees meer…

Cassatievlog #001 | Openstelling tussentijds beroep tegen een tussenvonnis

Cassatievlog #001 | Openstelling tussentijds beroep tegen een tussenvonnis

HR 17 december 2021 (X / Borger-Odoorn), ECLI:NL:HR:2021:1924

Sikke Kingma vertelt over een kleine maar praktische koerswijziging in de rechtspraak van de Hoge Raad over het openstellen van tussentijds hoger beroep of cassatieberoep tegen een tussenuitspraak. De Hoge Raad kiest voor een uniforme manier van het alsnog openstellen van tussentijds beroep, die altijd een volledige appeltermijn garandeert. Het arrest is ook hier op dit blog besproken.

 

Cassatievlog #001 is ook als podcast beschikbaar.

Levert het missen van huurgenot ook schade op?

Levert het missen van huurgenot ook schade op?

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1978

 Dat verhuurders gedurende een periode toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichting om het huurgenot te verschaffen, brengt niet zonder meer mee dat de door huurder gevorderde schadevergoeding toewijsbaar is. Daarvoor is ook vereist dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat huurder door die tekortkoming schade heeft geleden. In het oordeel van het hof ligt besloten dat huurder onvoldoende heeft toegelicht dat de mogelijkheid om het gehuurde in de betreffende periode te gebruiken voor haar nog waarde had. Lees meer…

Olieleveranties in Afghanistan en immuniteit van jurisdictie

Olieleveranties in Afghanistan en immuniteit van jurisdictie

HR 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1956

Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd zijn dat ook een niet in Nederland gevestigde internationale organisatie ten overstaan van de Nederlandse rechter een beroep kan doen op immuniteit van jurisdictie. Dit is onder meer het geval indien die organisatie is gelieerd aan een in Nederland gevestigde internationale organisatie en toekenning van immuniteit aan eerstgenoemde organisatie noodzakelijk is om te voorkomen dat de naar ongeschreven volkenrecht bestaande immuniteit van de in Nederland gevestigde organisatie op ontoelaatbare wijze wordt doorkruist. Lees meer…

Toelating van niet eerder verschenen belanghebbende in verzoekschriftprocedure

Toelating van niet eerder verschenen belanghebbende in verzoekschriftprocedure

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1967

De Hoge Raad heeft beslist dat een niet eerder verschenen belanghebbende in cassatie als belanghebbende kan worden toegelaten, indien hij buiten zijn schuld in eerdere instanties niet is verschenen, en dan zelfs nog van zijn kant incidentele cassatiemiddelen kan aanvoeren. Lees meer…

Levering van drinkwater, na beantwoording van prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie

Levering van drinkwater, na beantwoording van prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie

HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1889 (Waternet/verweerder)

Op 13 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1972, besproken in CB 2020-9) stelde de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de kwestie of – zowel in het kader van het op art. 9 Richtlijn koop op afstand gebaseerde art. 7:7 lid 2 (oud) BW, als in het kader van het op art. 27 Richtlijn consumentenrechten gebaseerde huidige art. 7:7 lid 2 BW – sprake is (i) van levering van drinkwater op grond van een overeenkomst, dan wel (ii) van een ongevraagde levering van drinkwater zoals verboden door art. 5 lid 5 en punt 29 van bijlage I van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. In zijn arrest van 3 februari 2021 heeft het HvJEU die vragen beantwoord. De Hoge Raad heeft partijen vervolgens in de gelegenheid gesteld om hun standpunten toe te lichten naar aanleiding van het prejudiciële arrest, waarna advocaat-generaal Drijber zijn conclusie heeft genomen. In het hier te bespreken arrest beoordeelt de Hoge Raad de zaak in het licht van de antwoorden van het HvJEU op de prejudiciële vragen. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl