Selecteer een pagina

Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1106

Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder, is niet doorslaggevend of aan de geldende regelgeving wordt voldaan. Bij het bepalen van het feitelijke niveau van hinder kan ook gebruik worden gemaakt van objectieve maatstaven die zijn neergelegd in regelgeving die (deels) pas na het optreden van de hinder in werking is getreden. (meer…)

HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1107

Ook in de periode 1999-2003 bracht de bijzondere zorgplicht van de bank mee dat zij voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst tot hypothecair krediet met een consument inlichtingen diende in te winnen over diens inkomens- en vermogenspositie teneinde overkreditering van de consument te voorkomen. Dat deze verplichting pas nadien in regelgeving is vastgelegd, laat onverlet dat de norm al voordien tot ontwikkeling was gekomen. (meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1055

Het oordeel van het hof dat de bewoordingen “plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging” uit art. 2.1 verzekeringsvoorwaarden niet als een afzonderlijke voorwaarde voor dekking moeten worden gezien, is niet zonder meer begrijpelijk. Dit oordeel kan niet worden gedragen door art. 3.9 verzekeringsvoorwaarden, dat corrosie, die is veroorzaakt door de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak, van dekking uitsluit. (meer…)

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:987 (X/Staat)

(1) Van onrechtmatig handelen wegens onvoldoende toezicht door de Arbeidsinspectie kan sprake zijn als er voldoende ernstige en concrete aanwijzingen voor de Arbeidsinspectie bestonden om (de mogelijkheid van) overtreding van de betrokken regel en het daaruit voortvloeiende risico op schade aan te nemen, en dat risico en die schade ook naar aard en omvang voldoende ernstig waren. In gevallen waarin geen concrete aanwijzingen bestaan voor mogelijke overtredingen, kan het niet plaatsvinden van toezicht of controle slechts in uitzonderlijke omstandigheden tot aansprakelijkheid leiden. (2) Bij een vordering wegens toezichtsfalen gelden de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Er is geen grond om als algemene regel op de toezichthouder een verzwaarde motiveringslast te leggen ter zake van het door hem uitgevoerde toezicht. (meer…)

HR 24 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:494

Toepassing van de dertigjarige verjaringstermijn van art. 3:310 lid 2 BW ten aanzien van mesothelioomslachtoffers bij wie de ziekte zich pas na meer dan dertig jaar openbaart, levert in combinatie met de in het Van Hese/De Schelde-arrest (HR 28 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5635, NJ 2000/430) aanvaarde mogelijkheid om deze verjaringstermijn op grond van de beperkende werking van de redelijkheid buiten toepassing te laten, geen ontoelaatbare beperking van het recht op toegang tot de rechter uit art. 6 EVRM op. (meer…)

HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:694

De rechtstreeks door de benadeelde op grond van art. 6 WAM aangesproken WAM-verzekeraar wordt alleen gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde jegens een derde (art. 7:962 BW) en niet tevens in de rechten van de benadeelde jegens die derde (art.  6:102 BW en 6:10 BW). (meer…)

Cassatieblog.nl