Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1344

Voor de overgang van fosfaatrechten naar een ander bedrijf is uitsluitend de registratie vereist van de kennisgeving van die overgang overeenkomstig de bepalingen uit de Meststoffenwet. De regeling in de Meststoffenwet moet in zoverre als een speciale regeling voor de overdracht van fosfaatrechten (en de andere in die wet genoemde productierechten) worden beschouwd, die afwijkt van de algemene regeling van art. 3:84 BW. Een geldige titel voor overdracht in de zin van art. 3:84 lid 1 BW is derhalve niet vereist.  (meer…)

HR 9 september 2022 ECLI:NL:HR:2022:1188 

In dit vlog bespreekt Maartje Möhring een recente uitspraak van de Hoge Raad over het buitengewone rechtsmiddel van herroeping. Het gaat in deze zaak in cassatie om de herroepingsgrond van art. 382, onder c, Rv. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof, omdat die uitspraak blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en onvoldoende was gemotiveerd.

 

Cassatievlog #030 is ook als podcast beschikbaar.

HR 9 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1181 (IMPI/X)

Indien zekerheidstelling wordt gelast is het, in verband met de eisen van art. 6:51 lid 2 BW, niet nodig dat een schriftelijke depotovereenkomst wordt gesloten als het door de rechter bepaalde bedrag op een notariële kwaliteitsrekening wordt gestort en aan zekerheidstelling ook geen verdere eisen zijn gesteld. Beoordeeld moet dan worden of de verweerder ten behoeve van wie zekerheid is gesteld in de omstandigheden van het geval zonder moeite verhaal kan nemen op de depotstorting.  (meer…)

HR 9 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1188

Een vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, kan op vordering van een partij worden herroepen als de partij na het vonnis stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden. (meer…)

 

Hoge Raad 9 september 2022 ECLI:NL:HR:2022:1181

Een partij die geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft en bij de Nederlandse rechter een vordering wil instellen, is verplicht om op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten tot betaling waarvan hij zou kunnen worden veroordeeld. Op deze manier wordt de gedaagde partij beschermd. Krijgt hij gelijk en wordt zijn buitenlandse wederpartij in de proceskosten veroordeeld, dan hoeft de gedaagde partij niet in het buitenland zijn proceskosten te incasseren. Dat kan immers een ingewikkelde en soms zelfs onmogelijke exercitie zijn. In een recente uitspraak gaat de Hoge Raad in op de eisen waaraan zo’n zekerheidstelling moet voldoen. Berend-Bram Heinen bespreekt deze uitspraak.

Cassatievlog #028 is ook als podcast beschikbaar.

HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:931

Uit art. 1a lid 1 van de Wet op de huurtoeslag jo. art. 45 lid 1, aanhef en onder a, Awir volgt dat huurtoeslag niet vatbaar is voor beslag, tenzij het gaat om beslag door de verhuurder vanwege het niet betalen van de huur. Deze uitzondering laat ruimte voor beslaglegging door de verhuurder op toeslag voor een huurschuld die betrekking heeft op een eerdere periode dan de periode waarop de huurtoeslag betrekking heeft. (meer…)

Cassatieblog.nl