Selecteer een pagina

De Hoge Raad verduidelijkt de regels voor pleidooi na rechterswisseling

HR 15 april 2016, ELCI:NL:HR:2016:662 (Mr. Muetstege q.q. / Gemeente Amsterdam)

1) De verplichting om na een mondelinge behandeling aan partijen mededeling te doen van een rechterswisseling, vervalt na de eerste uitspraak die op een mondelinge behandeling volgt. Na die uitspraak is het aan partijen om eventueel initiatieven te ontplooien. 2) De voorwaarden voor afwijzing van een verzoek om een nadere mondelinge behandeling na een rechterswisseling kunnen tot de einduitspraak een rol blijven spelen. 3) De regels rond rechterswisseling zien niet op de comparitie na aanbrengen in hoger beroep. Lees meer…

De Hoge Raad over ‘disclosed but not claimed is disclaimed’

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:196 (Bayer/Sandoz)

1. Voor het bepalen van de beschermingsomvang van een octrooi gaat het om de vaststelling van hetgeen het octrooi toevoegt aan de stand van de techniek. Alleen in het kader van de inbreukvraag kan mede betekenis worden gehecht aan de kennis van de gemiddelde vakman ten tijde van de beweerde inbreuk, in het bijzonder waar het erom gaat of sprake is van equivalente elementen.
2. De regel ‘disclosed but not claimed is disclaimed’ kan ook van toepassing zijn als de ‘openbaring’ geen betrekking heeft op een middel dat de basis kan vormen voor een conclusie.  Lees meer…

Potentiële vordering op derde levert geen ‘rechtstreeks en voldoende belang’ (art. 3:15j BW) op voor openlegging boekhouding van failliet

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:612 (Schmitz q.q./verweerster)

Van een rechtstreeks en voldoende belang als bedoeld in art. 3:15j, aanhef en onder d BW is geen sprake indien inzage in de boekhouding van de failliet wordt verlangd met het oog op een mogelijk door hem in te stellen vordering tegen een derde, zoals de voormalig beleidsbepaler van een failliete vennootschap. Indien een schuldeiser van de failliet in een dergelijk geval informatie uit diens boekhouding wenst te verkrijgen, kan hij daartoe de weg bewandelen van een op de voet van art. 843a Rv aanhangig te maken vordering tegen de curator. Lees meer…

Griffierecht uitgeprocedeerde asielzoeker en het recht op toegang tot de rechter

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:607

Gelet op het feit dat het de rechtzoekende (een uitgeprocedeerde asielzoeker zonder financieel vermogen) geheel ontbreekt aan financiële middelen, levert het opleggen van griffierecht (ad € 78,-, conform de categorie onvermogenden) een ontoelaatbare belemmering op van het recht op toegang tot de rechter. Lees meer…

Het rechtsmiddelenverbod van art. 807 Rv geldt niet voor beslissingen kinderrechter ex art. 1:265i BW

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:609

Art. 807 Rv sluit ten aanzien van beslissingen die door de kinderrechter op grond van art. 1:265i BW zijn genomen niet de mogelijkheid van een gewoon rechtsmiddel uit, zodat daartegen – conform de hoofdregel van art. 358 lid 1 Rv – de gewone rechtsmiddelen openstaan. Dit strookt met de wetsgeschiedenis, waaruit blijkt dat de wetgever beoogd heeft maatregelen met een voorlopig en ordenend karakter uit te sluiten. De beslissingen op grond van de artt. 1:265a t/m 1:265k BW zijn daarentegen ingrijpend en kunnen tot onomkeerbare gevolgen lijden.  Lees meer…

Meervoudige onderhandse aanbesteding en de beginselen van gelijkheid en transparantie

HR 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:503 (HLA/Kadaster)

Bij een meervoudige onderhandse aanbesteding is de aanbesteder vrij zelf de partijen te selecteren die hij tot die procedure wenst toe te laten. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie brengen mee dat de aanbesteder zijn selectie wel moet baseren op objectieve criteria. In casu heeft het Kadaster een objectief selectiecriterium gehanteerd, door uitsluitend bedrijven uit te nodigen die interesse voor het onderhavige project hadden getoond. Lees meer…

HvJ EU kent ruime werking toe aan het recht op vrije advocaatkeuze in administratieve procedures

HvJ EU 7 april 2016, C-460/14, Massar/DAS) en HvJ EU 7 april 2016, C-5/15, Büyüktipi/Achmea c.s.

Het recht op vrije advocaatkeuze geldt ook voor (1) de ontslagprocedure ex art. 6 BBA en (2) de bezwaarprocedure tegen een indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Lees meer…

Wijziging of vermeerdering van eis in appel; wettelijke rente verrekenbeding samenlevingsovereenkomst

HR 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:493

(1) In appel komt op grond van art. 353 lid 1 jo. 130 Rv aan de oorspronkelijke eiser de bevoegdheid toe om zijn eis te veranderen of te vermeerderen. Deze bevoegdheid wordt slechts beperkt door de eisen van een goede procesorde en de twee conclusie-regel. (2) Een vordering uit hoofde van een verrekenbeding in een samenlevingsovereenkomst, waaraan eerder geen uitvoering was gegeven, ontstaat en wordt in beginsel opeisbaar op het moment waarop een van de partijen meedeelt de overeenkomst te beëindigen. Lees meer…

Evaluatierapport Cassatieadvocatuur; voldoende cassatieadvocaten, maar ook voor ieder rechtsgebied?

Op 1 juli 2012 traden de Wet versterking cassatierechtspraak én de Verordening vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur in werking. Eind maart verscheen het evaluatierapport van de Nederlandse Orde van Advocaten, waarin wordt teruggeblikt op de eerste drie jaar civiele cassatieadvocatuur. In de evaluatie zijn met name de effectiviteit en doelmatigheid van de regels over de vakbekwaamheid onder de loep gelegd. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl